Home ‘Breng meer tijd door met jezelf’

‘Breng meer tijd door met jezelf’

Door Alexandra van Ditmars op 30 januari 2018

Cover van 02-2018
02-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Wat is het verschil tussen alleen-zijn en eenzaamheid? Volgens de Noorse filosoof Lars Svendsen nemen wij te weinig tijd voor afzondering en voelen we ons juist daardoor eenzaam.

Iedereen wordt er in zijn leven een paar keer door overvallen. Misschien overkomt het je thuis op de bank, of juist tijdens een druk feest. Je kunt het ervaren wanneer je binnen of buiten bent, midden in de stad of in de natuur, tijdens een vergadering of in een lege kerk: eenzaamheid. ‘Het gevoel alleen te zijn, geïsoleerd te zijn van de anderen’, zo luidt de definitie van eenzaamheid in het woordenboek. Wie vaak alleen is, kan daar flink ongelukkig van worden. Maar tegelijkertijd komen onze beste momenten van inzicht volgens de Noorse filosoof Lars Svendsen soms tot stand wanneer we alleen zijn. In zijn boek A Philosophy of Loneliness (2017) onderzoekt hij zowel de positieve als de negatieve kanten van alleen-zijn. 

Tekst loopt door onder afbeelding 
Illustratie: StudioVonq

Svendsen (1970) is hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Bergen in Noorwegen en schreef meerdere boeken, waaronder zijn debuut A Philosophy of Boredom (2005), dat in 27 talen verscheen. Na zijn filosofische zoektocht naar verveling schreef Svendsen onder meer een boek over angst voordat hij zich op eenzaamheid stortte. ‘Ik ben geïnteresseerd in de filosofie van onze emoties’, zegt Svendsen, ‘met name de emoties die vaak als typerend voor onze tijd worden gezien.’
 
En eenzaamheid is volgens hem zonder twijfel een emotie, al is niet iedereen het daarover eens. ‘In de meeste psychologieboeken over emoties krijgt eenzaamheid weinig of geen aandacht. Het wordt vaak onterecht als sociaal probleem gezien, in plaats van als een emotie’, vervolgt Svendsen via Skype. ‘Ik zie eenzaamheid als de emotionele reactie die volgt wanneer iemand ernaar verlangt om in verbinding te staan met anderen, maar het gevoel heeft dat dat niet zo is. Het gaat niet om de sociale situatie, maar om de pijn die je daarin voelt.’
 

Feiten

Een emotie dus die ook nog eens typerend zou zijn voor onze tijd. Want in deze tijd van modern individualisme, waarin iedereen zo druk is met zichzelf, zijn werk en zijn smartphone, brokkelen werkelijk diepgaande verbindingen met anderen gemakkelijker af dan ooit. Steeds meer ouderen zijn eenzaam; jongeren hebben minder echte vrienden, maar des te meer oppervlakkige virtuele contacten via sociale media. Toch? Nou, nee. Allemaal onzin, volgens Svendsen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Alle aannames die ik had over eenzaamheid bleken niet te kloppen. Er is helemaal geen toename van eenzaamheid, alleen de aandacht ervoor is toegenomen. Mensen die regelmatig op sociale media zitten, zijn offline vaak ook heel sociaal. En in meer individualistische landen – zoals de Scandinavische – zijn helemaal niet de hoogste eenzaamheidscijfers te vinden.’

Svendsen weet dat zeker, want in zijn boek behandelt hij niet alleen de gedachten van oude en nieuwe filosofen over eenzaamheid, maar beroept hij zich ook op de laatste onderzoeksresultaten erover uit de psychologie en sociologie. Die feiten gebruikte hij in zijn filosofische zoektocht naar wat eenzaamheid precies is, wie erdoor geraakt worden en waarom het de kop opsteekt. ‘Ik wil geen filosoof zijn die achteroverhangend in zijn leunstoel eens wat concepten analyseert, zonder te kijken wat er werkelijk in de wereld aan de hand is.’ 

En, wat is er aan de hand? Waarom voelen mensen zich tegenwoordig eenzaam?
‘Het grootste probleem met eenzaamheid is niet dat we tegenwoordig vaak alleen zijn, maar juist dat we te weinig alleen zijn. Een heel verrassende uitkomst. Om die te begrijpen moet je kijken naar hoe mensen zich voelen als ze alleen zijn. Als je alleen bent is dat niet per se positief of negatief, het is een neutrale situatie. Die situatie kan omslaan in eenzaamheid. Dat negatieve gevoel, dat je trouwens ook kunt krijgen wanneer je je in gezelschap bevindt, is de nare kant van alleen-zijn. Maar alleen-zijn kan ook uitmonden in solitude, zoals ze het in het Engels zeggen. Solitude is positieve afzondering, waarbij je het juist fijn vindt om even alleen thuis te zijn, een boek te lezen of buiten een rondje te lopen en wat te mijmeren. Je zou kunnen zeggen: in eenzaamheid ben je alleen met jezelf, terwijl je in solitude samen met jezelf bent. Je ervaart de afwezigheid van anderen dan niet als een gebrek, maar juist als een mogelijkheid om te genieten van je eigen aanwezigheid. Maar in onze tijd lijken mensen steeds minder in staat om te genieten van alleen-zijn. We zijn slecht geworden in tijd met onszelf doorbrengen.’

Hoe komt dat?
‘We zijn vandaag de dag continu verbonden met elkaar. De Duitse filosoof Odo Marquard schreef in 1983 al dat we niet meer in staat zijn om alleen te zijn. Ik denk dat hij gelijk heeft. Op momenten waarop we vroeger vanzelfsprekend een moment voor onszelf hadden – wachtend op een afspraak, zittend in de bus – staan we nu door onze smartphones alsnog in contact met ons sociale leven. Maar voor de smartphone verscheen waren we er ook al slecht in geworden: we plannen onze vrije tijd bomvol feestjes en andere afspraken. Doordat we zo ontzettend sociaal zijn, voelen we ons zonder anderen veel sneller eenzaam dan een paar decennia geleden. Dus is er sprake van meer eenzaamheid de afgelopen jaren? Nee, de grafieken staan vol horizontale lijnen. Maar er lijkt wel sprake te zijn van een verschuiving in de oorzaak ervan: we voelen ons niet eenzaam omdat we regelmatig alleen zijn, we voelen ons eenzaam omdat we zo hypersociaal zijn geworden.’

Is het niet vreemd om alle eenzaamheid op één hoop te gooien? Een geïsoleerde bejaarde is vast op een andere manier eenzaam dan een puber die moeite heeft met vrienden maken.
‘Eenzaamheid bestaat in allerlei vormen, maar er is altijd sprake van een verlangen naar verbinding met anderen dat niet vervuld wordt. De een is daarbij ook daadwerkelijk alleen, de ander heeft een liefdevolle partner, leuke kinderen en aardige collega’s om zich heen – en voelt zich toch alleen. Bij de een gaat het gevoel zo weer voorbij, bij de ander niet. Je kunt eenzaamheid opsplitsen in drie categorieën: chronisch, situatieafhankelijk en kortdurend.

Kortdurende eenzaamheid kan altijd de kop opsteken, maar verdwijnt ook weer vrij snel. Het is het gevoel dat je bijvoorbeeld kunt krijgen op een feestje waar je niemand kent of als je moe door een drukke winkelstraat loopt. Daarnaast kan een grote gebeurtenis je leven dusdanig op z’n kop zetten dat die situatie zorgt voor eenzaamheid. Denk aan een scheiding, een sterfgeval of een lange vriendschap die wordt verbroken. En dan is er nog chronische eenzaamheid, waarbij mensen zich continu alleen voelen.’

Tekst loopt door onder afbeelding 
Illustratie: StudioVonq

Wat kun je tegen deze gevoelens doen?
‘Zorgen voor meer sociale contacten in je leven is meestal niet de oplossing. Alleen bij geïsoleerde bejaarden kan dat denk ik helpen. Voor de rest geldt: meer mensen om je heen betekent niet dat je verbinding met die contacten voelt. Je moet eerst kijken op welke manier je eenzaam bent. Over kortdurende eenzaamheid hoef je je geen zorgen te maken; die hoort er nu eenmaal bij. Maar bij de andere twee vormen zul je je leven echt moeten veranderen. Als er een grote gebeurtenis in je leven tot eenzaamheid heeft geleid, stel jezelf dan de vraag: wat mis ik precies door deze gebeurtenis? Bij een verbroken vriendschap is dat naast de persoon zelf misschien ook je dagelijks leven met iemand bespreken of discussiëren over boeken die je leest. Aan die laatste twee zaken kun je iets doen, door meer tijd te steken in je andere vriendschappen of een boekenclub te zoeken.’
 

Vertrouwen

Chronische eenzaamheid is een ander verhaal. De oorzaak daarvan is volgens Svendsen niet extern, maar ligt in de persoon zelf. Diegene zal moeten werken aan hoe hij zich opstelt naar anderen en aan hoe hij anderen ziet. ‘Dat is een enorme opgave. Chronisch eenzame mensen zullen meestal fel beargumenteren dat zij niet het probleem zijn, maar hun omgeving. Het is heel lastig om in te zien dat het omgekeerde het geval is.’

Dus mensen die zich chronisch eenzaam voelen zijn daar zelf schuldig aan?
‘Nee. Ik wijs geen schuldige aan, ik ben op zoek naar oorzaken. Als je continu eenzaam bent, is dat heel pijnlijk – letterlijk, want eenzaamheid volgt in je lichaam hetzelfde fysiologische pad als fysieke pijn. Pas door de oorzaak aan te pakken kun je daar iets tegen doen. In precies dezelfde omstandigheden kan de ene persoon gelukkig zijn en de ander chronisch eenzaam. Dat ligt niet aan de situatie, maar aan hoe jij die ervaart. De emotie eenzaamheid vertelt je iets over jezelf en je sociale behoeften, en daarmee ook iets over hoe je het leven inricht. Daarom moet je je afvragen: hoe kan ik mijn leven anders inrichten, zodat ik dit gevoel minder heb?’

Kan filosofie daarbij helpen?
‘Filosoof Immanuel Kant laat zien dat het cruciaal is voor mensen dat ze sociale wezens zijn. Zo heeft hij prachtige teksten over vriendschap geschreven. Maar tegelijkertijd laat hij zien dat de mens ook bezig is met autonomie en onafhankelijkheid. We willen aan de ene kant dus bij een groep horen – daardoor kan eenzaamheid überhaupt bestaan –, maar ook juist los daarvan staan. Voor Kant is die zelfstandigheid noodzakelijk om intellectuele volwassenheid te bereiken. Ik ben met dat idee aan de haal gegaan en heb het omgevormd tot emotionele volwassenheid: je moet leren je emoties zo te cultiveren dat je kunt omgaan met alleen-zijn en eenzaamheid.’

Wat is daarbij het belangrijkst?
‘Leren om mensen te vertrouwen. Een gebrek aan vertrouwen speelt de grootste rol bij eenzaamheid, is mijn belangrijkste uitkomst. Wie anderen grotendeels vertrouwt, is minder eenzaam. In Scandinavische landen ligt het vertrouwen heel hoog, in tegenstelling tot mediterrane landen. Hoewel Spanje en Italië veel hechtere gemeenschappen hebben dan landen in het noorden, is daar ook veel meer eenzaamheid. Als ik van iemand moet inschatten of die persoon eenzaam is, zou ik eerst kijken uit welk land diegene komt en daarna vragen of hij andere mensen meestal wel of niet vertrouwt. 

Daarnaast is het ook belangrijk om te leren minder kritisch te zijn. Eenzame mensen zijn vaak ontzettend kritisch, zowel tegenover anderen als tegenover zichzelf. Daardoor voldoen anderen nooit aan hun eisen, waardoor hun behoefte aan verbinding niet wordt vervuld. En omdat ze zo streng zijn voor zichzelf, zijn momenten alleen ook iets negatiefs. Terwijl het in het leven juist gaat om een balans tussen fijne momenten met anderen en fijne momenten met jezelf.’

Svendsen citeert de Noorse dichter Olav H. Hauge, die deze gedachte gevangen heeft in een klein gedichtje:

It is sweet, solitude
as long as the way back
to others
remains open.
After all, you don’t shine
for yourself.

Dat klinkt alsof vooral momenten met anderen essentieel zijn. Als sommige mensen het liefst zo veel mogelijk in gezelschap zijn, waarom is dat dan erg?
‘Het is voor iedereen heel belangrijk om tijd voor zichzelf te hebben. Als je alleen zijn niet prettig vindt, zegt dat iets over de relatie die je met jezelf hebt. Het betekent niet dat je die tijd niet nodig hebt. Wij hebben de neiging te verdwalen in ons eigen leven. Een moment van afzondering geeft ons de ruimte om ons te heroriënteren. Het biedt de mogelijkheid om na te denken over vragen als: waar geef ik om in het leven? En gedraag ik me daar ook naar? Natuurlijk is het niet gezond om continu naar je eigen navel te staren. Maar het is ook ongezond om lege momenten in je dag zo snel mogelijk op te vullen. Veel mensen, ongeacht hoe vaak ze zich eenzaam voelen, hebben toch de neiging dat te doen. Terwijl je jezelf dan iets essentieels ontneemt: je ruimte voor zelfreflectie, en daarmee voor inzichten, creativiteit en rust in je hoofd. Waarom zou je dat willen?’