Marli Huijer

‘De overvloed aan mogelijkheden in de huidige tijd leidt tot meer stress en besluiteloosheid’, stelt Marli Huijer (1955). Huijer is hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit. In april 2015 volgde zij René Gude op als Denker des Vaderlands. Huijer is opgeleid tot huisarts en filosoof, promoveerde in de filosofie en was eerder hoogleraar gender en biomedische wetenschappen. Op heldere en toegankelijke wijze spreekt en denkt zij over een breed scala aan onderwerpen die een belangrijke rol spelen in onze moderne samenleving, zoals tijd, discipline en technologie. Zo onderzoekt Huijer in Achterblijven (2016) het fenomeen ‘achterblijven’ in relatie tot de overzeese migratie vanuit Europa. Wat betekende het vertrek van een kind, broer of collega vroeger en wat betekent het nu? Is de dramatiek van weleer verdwenen nu we op afstand digitaal met elkaar verbonden kunnen blijven? In Discipline (2013) gaat Huijer in op de complexe relatie tussen vrijheid en discipline. We lijken een afkeer te hebben tegen discipline, maar is die wel terecht? Volgens Huijer moeten we discipline niet alleen opvatten als gehoorzaamheid, maar ook als instrument om te bereiken wat we waardevol vinden. Ook in Ritme (2011) richt zij zich op ordening, in dit geval op wat het juiste leefritme is in onze huidige 24-uurs maatschappij. Er is steeds minder sprake van gezamenlijke leefritmes, wat een ontwrichtend effect kan hebben op maatschappelijke verhoudingen. Huijer onderzoekt welke nieuwe vormen van ritmiek we kunnen ontwerpen die beter aansluiten bij de eisen van de tegenwoordige samenleving. En samen met filosoof Frank Meester toonde zij in Goudmijn van het denken (2012) dat zowel eeuwenoude als recente filosofische ideeën van grote waarde zijn voor de beroepspraktijk en actualiteit. Van 2015 tot en met 2017 is Huijer Denker des Vaderlands. In deze periode schrijft zij maandelijks een column in Filosofie Magazine.

Huijer tijdens TedxWomen Amsterdam: ‘Life Rhytms 24/7’

Huijer tijdens TedxBreda: ‘Discipline, how to survive in times of plenty”