Home Als God bestaat, waar zit hij dan?

Als God bestaat, waar zit hij dan?

Door Marjolein Wegman op 09 december 2008

Als God bestaat, waar zit hij dan?
10-2008 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Volgens Victor Stenger is er geen enkel wetenschappelijk bewijs dat God bestaat. Laten we er dus maar van uit gaan dat Hij niet bestaat.

‘Door de geschiedenis heen waren argumenten voor en tegen het bestaan van God voorbehouden aan de filosofie en theologie. In de tussentijd zat de wetenschap aan de zijlijn en keek stilletjes toe.’ En nog steeds zijn veel wetenschappers van mening dat de wetenschap zich afzijdig moet houden van religie, constateert Victor Stenger. De Amerikaanse natuurkundige en filosoof bestrijdt deze ‘publieke misvatting’ met grote stelligheid in zijn boek God, een onhoudbare hypothese. Want, zo schrijft hij, religie maakt zelf wél wetenschappelijke claims, bijvoorbeeld dat God ingrijpt in de wereld, dat Hij deze zelfs geschapen heeft en dat bidden invloed heeft. Als religie zo ver de grens tussen de twee domeinen overschrijdt, wordt het volgens Stenger eens tijd haar bestaansgrond onder de wetenschappelijke loep te leggen.

In zijn boek wijdt Stenger zich dan ook aan wetenschappelijke bewijzen tégen het bestaan van God. Maar hoe kan het niet-bestaan van een God worden bewezen? Volgens Stenger door te bewijzen dat er geen spoor van hem te vinden is: ‘Als God zo’n centrale rol zou spelen in de gebeurtenissen in het universum en het leven van mensen, zou hij traceerbaar moeten zijn. Maar met wetenschappelijk onderzoek is er geen spoor van hem te vinden.’ Gelovigen maken materiële claims, bijvoorbeeld dat bidden invloed heeft op de genezing van een persoon. ‘Als we de gebeden massaal op één doel richten, zouden we dus wetenschappelijk onverklaarbare resultaten moeten vinden: het handelen van God.’ Tijd voor een grootschalig experiment dus. Harvard voerde dat uit – met 1802 patiënten die allen een bypassoperatie kregen. De patiënten werden verdeeld in groepen waarvoor wel en niet gebeden werd. Het bidden bleek totaal geen effect te hebben op de genezing. Sterker nog, de mensen die wisten dat er voor hen werd gebeden, hadden zelfs meer complicaties dan de anderen. ‘Waarschijnlijk omdat ze dachten dat ze zo ziek waren dat er zelfs voor hen gebeden moest worden’, speculeren de onderzoekers.

Dit experiment bewijst dat Gods handelen geen enkel meetbaar resultaat nalaat. Dat kan worden opgevat als een bewijs tegen het bestaan van God, meent Stenger. ‘Zolang we geen bewijzen vinden, zou het niet slim zijn onze levens te laten leiden door een God. (..) Religie brengt enkel oorlogen en bekrompen mensen voort.’

Natuurlijk blijven er altijd onverklaarbare gaten in wetenschappelijke modellen, geeft Stenger toe. ‘De wetenschap kan niet alles verklaren, dus blijft er altijd ruimte over waar God kan bestaan. Hij zou dan in de onverklaarbare ‘zwarte gaten’ en ‘fouten’ in de wetenschappelijke modellen moeten zitten.’ God of the gaps was lange tijd een veel gehoord argument voor het bestaan van God. Maar moeten we wachten tot de wetenschap eindelijk alle ‘gaten’ heeft verklaard, om te mogen concluderen dat God zich daar niet heeft verstopt? Stenger besluit van niet: ‘We hebben ook geen bewijs voor het monster van Loch Ness gevonden, dus we hebben geen enkele reden om te geloven dat die bestaat. Als we geen bewijs hebben voor het bestaan van God, kunnen we er net zo goed vanuit gaan dat hij niet bestaat.’