Home Historisch profiel Alles is in beweging volgens Herakleitos
Historisch profiel Klassieke Oudheid

Alles is in beweging volgens Herakleitos

Het werk van de Griekse filosoof Herakleitos raakte na zijn dood verloren bij een brand. Het past bij de denker die in het veranderlijke vuur de essentie zag.

Door Marco Kamphuis op 20 maart 2018

Herakleitos Heraclitus filosoof vuur beeld Maartje de Sonnaville

Het werk van de Griekse filosoof Herakleitos raakte na zijn dood verloren bij een brand. Het past bij de denker die in het veranderlijke vuur de essentie zag.

Cover van 05-2018
05-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Alles stroomt’, staat op de gevel van een huis waar ik vaak langs kom. Het staat aan een rivier, vandaar. ‘Alles stroomt’ is verreweg de bekendste uitspraak van Herakleitos, alleen is die waarschijnlijk niet authentiek. ‘Je kunt niet tweemaal in dezelfde rivier stappen’ geldt wel als een oorspronkelijk citaat, maar dat kun je beter niet op de gevel zetten; dan gaan wildvreemden bij je aanbellen. 

‘Mensen bevatten niet wat ze ervaren, al vinden ze zelf van wel’

De echtheid van de meeste fragmenten van Herakleitos (Heraclitus) is problematisch. De tempel waarin hij zijn manuscript achterliet brandde af, en we kennen het werk uitsluitend via de citaten en parafrasen van latere commentatoren, die het allemaal verschillend formuleerden. De titel van zijn grote werk was vermoedelijk De natuur. Plato en Aristoteles stonden erg kritisch tegenover Herakleitos’ opvattingen, en daardoor is hun weergave ervan vermoedelijk gekleurd. Een door de geschiedenis versnipperde en door filologen moeizaam gereconstrueerde tekst wint niet aan helderheid, en al helemaal niet als de auteur zich om te beginnen van orakeltaal heeft bediend. Zelfs de filosofen van de Oudheid, die de Griekse taal en cultuur met hem deelden, noemden hem ‘Herakleitos de Duistere’. Socrates schijnt over zijn werk gezegd te hebben: ‘Wat ik ervan begrepen heb is buitengewoon, en wat ik niet begrepen heb ook, maar er is een duiker van Delos voor nodig om tot op de bodem door te dringen.’ De genoemde duikers waren beroemd om hun vermogen hun adem in te houden. 

Tekst loopt door onder afbeelding​

Arrogant

Antieke historici hadden de gewoonte niet de geboortedatum van beroemde personen te vermelden, maar het jaar dat zij hun hoogtepunt bereikten. Volgens Diogenes Laërtius, de auteur van Leven, leer en uitspraken van bekende filosofen, was Herakleitos in de bloei van zijn jaren gedurende de 69ste Olympiade, dus omstreeks 500 v.Chr. Trek je daar veertig jaar van af, dan moet hij rond 540 v.Chr. geboren zijn. Efeze, de Ionische havenstad aan de westkust van het huidige Turkije, was zijn geboorteplaats. Hij was een afstammeling van Androklos, de stichter van de kolonie, zelf van Atheense aristocratie. Als oudste zoon van hoge afkomst was Herakleitos voorbestemd om priester te worden, maar dat privilege stond hij aan zijn broer af; waarschijnlijk had hij liever de vrijheid om over alles zijn ongezouten mening te geven. 

Herakleitos genoot dus niet alleen aristocratische voorrechten, maar haalde daar ook nog eens zijn neus voor op. Hij is de geschiedenis in gegaan als een hooghartige intellectueel, om niet te zeggen een misantroop. ‘Mijn medemensen weten niet wat ze in wakende toestand doen, zoals ook slapers niet beseffen wat ze doen’, luidt een van de overgeleverde (meer dan honderd) fragmenten. En: ‘De meeste mensen bevatten niet wat ze ervaren en als het hun uitgelegd wordt, begrijpen ze het nog niet, al vinden ze zelf van wel.’

Even tussendoor… Meer lezen over Herakleitos en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Hij was dan ook geen aanhanger van de vroege democratie: ‘Eén man is er voor mij duizenden waard als hij de beste is.’ Toen de inwoners van Efeze de succesvolle bestuurder Hermodoros hadden verdreven omdat hij met zijn kwaliteiten te veel boven de anderen uitstak, raadde Herakleitos hun aan zichzelf tot de laatste man te verhangen. Overigens hield Plato er vergelijkbare opvattingen op na: in De staat verdedigt hij het recht van superieure individuen om, in overeenstemming met de wetten van de hogere werkelijkheid, de wet in de (stad)staat te stellen.

Van de intellectuele traditie had Herakleitos geen hoge dunk. Hij bespotte Hesiodos en Homerus – dichters die ook als denkers en opvoeders van de jeugd werden beschouwd – en noemde Pythagoras een bedrieger. Hij liet zich erop voorstaan zelf nooit leermeesters te hebben gehad: ‘Ik ging bij mezelf te rade.’ Opvallend is dat hij niet alleen voorgangers, maar ook volgelingen met minachting afwees, heel anders dan Pythagoras, die voor zijn talrijke leerlingen als een godheid was. Herakleitos had er geen enkele behoefte aan school te maken; de kans daarop was ook wel klein, gezien zijn cryptische stijl.

‘Alles stroomt’, Herakleitos’ bekendste uitspraak, is waarschijnlijk niet authentiek

Toch zagen medeburgers iets in hem, want ze verzochten hem wetgever te worden. Herakleitos weigerde: het stadsbestuur was te slecht. Liever ging hij in de tempel van Artemis zitten dobbelen met kinderen. Toen zijn plaatsgenoten protesteerden zei hij: ‘Waarom vinden jullie dat gek, nietsnutten? Het is toch zeker beter met kinderen te spelen dan samen met jullie deze stad te besturen?’ Nee, om zijn populariteit maakte hij zich niet druk. Wie roem veracht, zal ware roem vererven, om met Livius te spreken.

Volgens de overlevering trok de zwaarmoedige filosoof (hij wordt vaak afgebeeld als de huilende filosoof, naast de lachende Demokritos) zich terug uit de stad en leefde een tijd als kluizenaar. Diogenes Laërtius, de voornaamste bron van Herakleitos’ biografie, schrijft dat hij zich in de bergen uitsluitend met gras en planten voedde en daardoor waterzucht kreeg. Toen hij opgezwollen naar de stad terugkeerde om artsen te raadplegen, werd de communicatie niet vergemakkelijkt doordat hij zoals gewoonlijk in raadselen sprak. Hij zou gevraagd hebben of ze van een overstroming droogte konden maken. Dat konden ze niet, waarna hij in de zon ging liggen, al dan niet met koeienvlaaien ingesmeerd, om door de hitte te genezen. In die toestand zou hij de volgende dag zijn gestorven. Diogenes Laërtius geeft ook een andere lezing, namelijk dat de honden hem, onherkenbaar door de aangekoekte mest, zouden hebben opgegeten. Dat Herakleitos zich in eenzaamheid terugtrok is niet onwaarschijnlijk, maar de verhalen over zijn levenseinde lijken verzinsels om hem als orakelende filosoof belachelijk te maken. Diogenes Laërtius vermeldt ten slotte ook nog de mogelijkheid dat hij aan een heel andere ziekte is gestorven (voor de goede orde: van plantaardige voeding krijg je ook geen waterzucht).

Tekst loopt door onder afbeelding

Elementen

Herakleitos wordt gerekend tot de ‘presocraten’, die alleen maar zo heten omdat ze niet ná Socrates leefden. De presocratische filosofie begon met de natuurfilosofen, en de eerste van hen was Thales, die in de zesde eeuw voor Christus succes boekte door een zonsverduistering correct te voorspellen. Thales is vooral bekend om zijn idee dat water de oorsprong van alles is. De natuurfilosofen hadden de gewoonte de wereld tot één oerstof of hooguit enkele elementen te herleiden. Voor Anaximedes was het lucht, voor Herakleitos vuur, voor Empedokles waren het aarde, water, vuur en lucht. Voor Pythagoras was het in zekere zin het getal. Dergelijke pogingen tot vereenvoudiging van het universum komen nu tamelijk speculatief over, vooral omdat ze onderling zo divers zijn, maar we moeten wel beseffen dat de manier van denken van deze natuurfilosofen – de waarneembare wereld verklaren door natuurlijke verschijnselen in plaats van door goddelijk ingrijpen, kortom, wetenschap bedrijven – totaal nieuw was. Vóór de presocraten was het de mythologie die de wereld moest verklaren. 

In Herakleitos’ filosofie is vuur het hoofdelement van de materie. Gezien zijn beroemde ‘rivierfragmenten’ zou je verwachten dat water die rol zou vervullen, maar dat had Thales dus al vóór hem bedacht. Het vuur lijkt ook geen slechte keuze, omdat het een symbool van verandering is: het zet het ene om in het andere, bijvoorbeeld hout in as. Sterker: vuur is eigenlijk geen materie, maar een proces. Als we Herakleitos’ vuur beschouwen als ‘energie’, dan geeft de moderne natuurkunde de antieke filosoof gelijk wanneer hij zegt: ‘Deze wereldorde, dezelfde voor allen, is niet door een god of een mens gemaakt, maar was, is en zal altijd zijn: een eeuwig levend Vuur dat in dezelfde mate ontvlamt als uitdooft.’ Volgens moderne tekstgeleerden formuleert Herakleitos hier niets minder dan de thermodynamische wet van het behoud van energie. Je mag het een ironische speling van het lot noemen dat Herakleitos’ manuscript, dat hij uit voorzorg in de tempel van Artemis in bewaring had gegeven, na anderhalve eeuw verloren ging in het vuur, het door hem verheerlijkte element. Een van zijn overgeleverde citaten luidt: ‘Het Vuur is verstandig.’

De stromende orakelstijl van Herakleitos werd overgenomen door Nietzsche

Herakleitos is niet de geschiedenis in gegaan als filosoof van het vuur, maar van de veranderlijkheid. Nu komen we aan dat citaat dat na ‘Alles stroomt’ het meest bekend is: ‘Men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen.’ Het idee erachter is dat de stroming steeds nieuw water aanvoert; elke keer dat je erin stapt is het dus een andere rivier. In het geval van een rivier lijkt deze uitspraak niet overdreven scherpzinnig, maar interessant wordt het als je de eeuwigdurende verandering, zoals Herakleitos doet, op alles betrekt, de hele wereld en de mensen: ‘In dezelfde rivier stappen we en stappen we niet, we zijn en we zijn niet.’ De stroom van ons bewustzijn staat ook nooit stil; onophoudelijk veranderen we van mening en voorkeur. In Alles stroomt, zijn vertaling van en toelichting bij de fragmenten van Herakleitos, vermeldt Paul Claes een Siciliaanse komedieschrijver, Epicharmos, die een heraklitische debiteur opvoert die zijn schuld weigert te betalen omdat hij vandaag immers een ander mens is dan gisteren. 

De voortdurende verandering is het gevolg van de spanning tussen tegendelen, en de ware kern van Herakleitos’ filosofie is dat die tegendelen onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn en voortdurend in elkaar overgaan. Dag en nacht, oorlog en vrede, goed en kwaad vormen een eenheid. Het beginsel van gelijkheid in verschil is de zogenoemde logos (universele wetmatigheid, theorie) van Herakleitos. ‘De weg naar boven en naar beneden zijn een en dezelfde.’ En: ‘In een cirkelomtrek zijn begin en einde gelijk.’ Volgens Herakleitos zouden we geen recht kennen als er geen onrecht bestond, en: ‘Gezondheid is alleen maar aangenaam en heerlijk door ziekte, verzadiging door honger, rust door vermoeidheid.’ De volgende uitspraak vat het samen: ‘Het tegenstrijdige stemt overeen, uit verschillen ontstaat de mooiste samenhang, alles komt voort uit tweestrijd.’ (Aristoteles zal later opmerken dat partners die verschillen elkaar aantrekken.) 

In Herakleitos’ filosofie is niet water, maar vuur het oerelement

Herakleitos hecht een positieve waardering aan tegenstellingen: zonder het eeuwige conflict tussen tegendelen zou alles tot stilstand komen. Het fragment ‘Strijd is de vader van allen’ benadrukt dat. Om deze reden spreekt hij zich uit tegen het vers uit de Ilias: ‘Laat de onenigheid tussen goden en mensen verdwijnen.’ Homerus, constateert Herakleitos, heeft er weer eens niets van begrepen.

Het idee dat er dankzij cyclische ordening een natuurlijke eenheid tussen tegenstellingen bestaat, vinden we ook in het taoïsme, dat rond dezelfde tijd in China opkomt. Een citaat als: ‘Een willekeurige warhoop is de mooiste wereldorde’ zou net zo goed van Lao Zi afkomstig kunnen zijn.

Gelijkheid in verschil en permanentie in verandering is een idee dat in iemand opkomt die naar de natuur kijkt, naar zonsopkomst en -ondergang, of naar de kringloop der seizoenen. Wat die rivier betreft waar je niet tweemaal in kunt stappen: ja, er gaat constant nieuw water doorheen, maar dat stroomt wel door dezelfde bedding, wat maakt dat we van een bepaalde rivier kunnen spreken. (Kratylos, een volgeling van Herakleitos, was overigens radicaler en zei dat je zelfs niet eenmaal in dezelfde rivier kunt stappen, omdat een rivier op geen enkel moment gelijk is aan zichzelf.) Als je een mensenleven onder de loep neemt is Herakleitos’ principe minder evident aanwezig. In een mensenleven lijkt de onophoudelijke transformatie te overheersen: iemand wordt geboren, groeit op, bereikt die beroemde bloei der jaren, wordt oud en sterft. Als je deze ontwikkeling echter niet op individueel, maar op globaal niveau bekijkt, zie je een en al herhaling: hetzelfde proces doet zich immers overal en altijd voor. Het sterven van de ene mens is noodzakelijk om ruimte te maken voor het leven van de andere – zo bezien is de sterfelijke mens onsterfelijk. Ook van een mensenleven kun je zeggen dat het steeds anders en tegelijk steeds hetzelfde is.

Plato en Aristoteles stonden erg kritisch tegenover Herakleitos’ opvattingen

Dezelfde logos die de natuur ordent, bestuurt ons persoonlijk leven. Uit inzicht in de fysica volgt voor Herakleitos inzicht in de ethica. Om goed te leven moeten we ons schikken in het principe dat aan alle verschijnselen ten grondslag ligt. Wie dat principe niet accepteert, wie zich bijvoorbeeld tegen zijn veroudering en sterfelijkheid verzet, of niet inziet dat mislukking op succes moet volgen, is gedoemd ongelukkig te zijn. Hij is in elk geval niet wijs: ‘Er is maar één wijsheid: de wil kennen die alles door alles heen stuurt.’ Vandaar dat Herakleitos alleen maar dwaasheid om zich heen zag. Het idee dat we ons persoonlijk leven moeten inrichten overeenkomstig de wet die de natuurverschijnselen regelt, vinden we enkele eeuwen later terug bij de stoïcijnen. Een verschil is wel dat zij de logos (het Griekse woord kent meerdere betekenissen) behalve als natuurwet sterk als ‘rede’ opvatten: de natuurwet was voor hen rationeel, en wij moeten daarom ook als rationele wezens denken en handelen.

Tekst loopt door onder afbeelding

Goden

‘De ene en enige wijsheid luistert wel en niet naar de naam Zeus.’ In dit en andere fragmenten is sprake van een god of goden. Herakleitos was geen atheïst, maar erg godsdienstig kun je hem ook niet noemen; hij drijft in elk geval de spot met religieuze gebruiken. Het lijkt erop dat we zijn godsbegrip veilig gelijk kunnen stellen aan de logos. Ook de stoïcijnen, en veel later Spinoza, vereenzelvigden god met de natuur. Vroegchristelijke denkers identificeerden Herakleitos’ logos met het Woord van God. 

De filosofen die direct na Herakleitos kwamen, waren over het algemeen niet van hem gecharmeerd. Socrates vond hem, zoals gezegd, wat al te ondoorgrondelijk, en Aristoteles verwierp zijn dialectiek, want als het tegenstrijdige overeenstemt, zoals Herakleitos meent, is de logica ver te zoeken; dan kun je alles wel beweren. Voor Plato bleken pogingen de duistere filosoof te weerleggen bijzonder vruchtbaar. Tegelijk met Herakleitos leefde namelijk Parmenides, die even zelfbewust als hij het volstrekte tegendeel beweerde, namelijk dat er nooit iets veranderde, aangezien de logos één, ondeelbaar en eeuwig was. Plato’s filosofie biedt een oplossing voor de tweestrijd tussen het dynamische en het statische wereldbeeld: in de zintuiglijke wereld verandert alles voortdurend, terwijl in de wereld van de ideeën alles onwrikbaar vastligt. 

‘Wie zich tegen zijn veroudering verzet, is gedoemd ongelukkig te zijn’

De stoïcijnen Epictetus en Marcus Aurelius hadden grote bewondering voor Herakleitos. Naast het idee dat we ons handelen op de logos moeten afstemmen namen de stoïcijnen het idee van vuur als oermaterie van Herakleitos over. Ook een citaat als ‘De aard van een mens is zijn lot’ moet de stoïcijnen aangesproken hebben, want ‘aard’ kun je opvatten als ‘karakter’, en op iemands karakter (te perfectioneren met behulp van de stoïcijnse leefregels) kwam voor hen alles aan.

In de Middeleeuwen speelde Herakleitos geen rol. De zestiende-eeuwse, sterk door het stoïcisme beïnvloede filosoof Montaigne schrijft in zijn Essays: ‘Ons leven bestaat evenals de wereldharmonie uit tegengestelde dingen.’ Hegel baseerde zijn filosofie op de eenheid der tegendelen en schreef: ‘Er is geen enkele zin van Herakleitos die ik niet in mijn Logica heb opgenomen.’ Kierkegaard noemde zich een leerling van Herakleitos en Nietzsche schreef: ‘De wereld heeft eeuwig waarheid nodig en heeft dus eeuwig Herakleitos nodig.’ Nietzsche nam zijn orakelende stijl over, de opzettelijk raadselachtige formulering waardoor de betekenis niet vaststaat, maar stroomt.

Alles stroomt
Herakleitos
Vert. Paul Claes
Polak & Van Gennep
208 blz.
€ 18,99